
PREKEN
Vogelvrij
David Schijve
7 april 2019

-
Genesis 2:16-17
Genesis 2
16Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten,
17maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’
-
Genesis 3:14-15
Genesis 3
143:14 Jes. 65:25God, de HEER, zei tegen de slang:‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang.
15Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.’
-
Exodus 3:7-9
Exodus 3
7De HEER zei: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is, ik heb hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord, ik weet hoe ze lijden.
8Daarom ben ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten.
9De jammerklacht van de Israëlieten is tot mij doorgedrongen en ik heb gezien hoe wreed de Egyptenaren hen onderdrukken.
-
Exodus 13:17
Exodus 13
17Toen de farao het volk had laten vertrekken, leidde God hen niet langs de weg die door het gebied van de Filistijnen loopt, ook al was dat de kortste route. God dacht namelijk: Als ze strijd zouden moeten leveren, konden ze wel eens spijt krijgen en teruggaan naar Egypte.
-
Exodus 14:4 & 6-7 & 27-28
Exodus 14
4Ik zal ervoor zorgen dat hij onverzettelijk blijft, zodat hij jullie achtervolgt, en dan zal ik mijn majesteit tonen door de farao en zijn hele leger ten val te brengen. Dan zullen de Egyptenaren beseffen dat ik de HEER ben.’ De Israëlieten gehoorzaamden.
6De farao liet zijn strijdwagen inspannen en verzamelde zijn krijgsvolk.
7Hij nam de zeshonderd beste wagens van Egypte mee, en ook alle andere, stuk voor stuk bemand met officieren.
27Mozes gehoorzaamde, en toen de dageraad aanbrak, stroomde de zee terug naar haar gewone plaats. De Egyptenaren vluchtten het water tegemoet, de HEER dreef hen regelrecht de golven in.
2814:28 Deut. 11:4Het terugstromende water overspoelde het hele leger van de farao, al zijn wagens en ruiters, die achter de Israëlieten aan de zee in gereden waren; niet een van hen bleef in leven.
-
Kolossenzen 2:15
Kolossenzen 2
15Hij heeft zich ontdaan van de machten en krachten, hij heeft hen openlijk te schande gemaakt en in Christus over hen getriomfeerd.