
PREKEN
Leven na de doop
Luuk Berendse
20 januari 2019

-
1 Petrus 3:20-21
1 Petrus 3
203:20 Gen. 6:5-7:24Hebr. 11:72 Petr. 2:5aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen, toen God geduldig wachtte en de ark gebouwd werd. In de ark werden slechts enkele mensen, acht in totaal, van de watervloed gered,
21en dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, waardoor u nu wordt gered. De doop wast niet het vuil van uw lichaam, het is een vraag aan God om een zuiver geweten. Hierom kunt u vragen dankzij de opstanding van Jezus Christus,
-
Matteüs 3:11-17
Matteüs 3
113:11 Mat. 11:3Joh. 1:15,26-27,33Hand. 1:513:2519:4Ik doop jullie met water ten teken van jullie nieuwe leven, maar na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om zijn sandalen voor hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur;
123:12 Mat. 13:30hij houdt de wan in zijn hand, hij zal zijn dorsvloer reinigen en zijn graan in de schuur bijeenbrengen, maar het kaf zal hij verbranden in onblusbaar vuur.’
133:13-17 Marc. 1:9-11Luc. 3:21-22Joh. 1:32-34Toen kwam Jezus vanuit Galilea naar de Jordaan om door Johannes gedoopt te worden.
14Maar Johannes probeerde hem tegen te houden met de woorden: ‘Ik zou door u gedoopt moeten worden, en dan komt u naar mij?’
15Jezus antwoordde: ‘Laat het nu maar gebeuren, want het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid vervullen.’ Toen stemde Johannes ermee in.
163:16 Jes. 11:2Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor hem en zag hij hoe de Geest van God als een duif op hem neerdaalde.
173:17 Ps. 2:7Jes. 42:1Mat. 12:1817:5Marc. 9:7Luc. 9:35En uit de hemel klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.’
-
Matteüs 12:18-21
Matteüs 12
1812:18-21 Jes. 42:1-412:18 Mat. 3:17‘Hier is de dienaar die ik mij gekozen heb, die ik liefheb en in wie ik vreugde vind. Ik zal hem vervullen met mijn geest, aan alle volken zal hij het recht verkondigen.
19Hij zal geen woordenstrijd aangaan en op straat zijn stem niet verheffen.
20Het geknakte riet breekt hij niet af, noch dooft hij de kwijnende vlam, totdat het recht dankzij hem overwint.
21Op zijn naam zullen alle volken hun hoop vestigen.’
-
Matteüs 11:29-30
Matteüs 11
2911:29 Jer. 6:16Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden,
30want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’
-
Romeinen 8:28-34
Romeinen 8
288:28 Ef. 1:11Jak. 1:12En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.
298:29 1 Kor. 15:49Filip. 3:21Kol. 1:18Wie hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft hij er ook van tevoren toe bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters.
30Wie hij hiertoe heeft bestemd, heeft hij ook geroepen; en wie hij heeft geroepen, heeft hij ook vrijgesproken; en wie hij heeft vrijgesproken, heeft hij nu al laten delen in zijn luister.
318:31-32 Rom. 5:6-11Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn?
328:32 Gen. 22:16Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken?
338:33-34 Jes. 50:8-9Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij.
348:34 Ps. 110:1Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons.