
PREKEN
Niet te laat
Marianne Visser
15 september 2019

-
Johannes 11:19-44
Johannes 11
1911:19 Joh. 12:9,17en er waren dan ook veel Joden naar Marta en Maria gekomen om hen te troosten nu hun broer gestorven was.
20Toen Marta hoorde dat Jezus onderweg was ging ze hem tegemoet, terwijl Maria thuisbleef.
2111:21 Joh. 11:32Marta zei tegen Jezus: ‘Als u hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn.
22Maar zelfs nu weet ik dat God u alles zal geven wat u vraagt.’
23Jezus zei: ‘Je broer zal uit de dood opstaan.’
24‘Ja,’ zei Marta, ‘ik weet dat hij bij de opstanding op de laatste dag zal opstaan.’
2511:25 Joh. 5:218:51Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft,
26en ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?’
2711:27 Joh. 1:96:1418:37‘Ja Heer,’ zei ze, ‘ik geloof dat u de messias bent, de Zoon van God die naar de wereld zou komen.’
28Na deze woorden ging ze terug, ze nam haar zuster Maria apart en zei: ‘De meester is er, en hij vraagt naar je.’
29Zodra Maria dit hoorde ging ze naar Jezus toe,
30die nog niet in het dorp was, maar op de plek waar Marta hem tegemoet was gekomen.
31Toen de Joden die bij haar in huis waren om haar te troosten, Maria zo haastig zagen weggaan, liepen ze achter haar aan, want ze dachten dat ze naar het graf ging om daar te weeklagen.
3211:32 Joh. 11:21Zodra Maria op de plek kwam waar Jezus was en hem zag, viel ze aan zijn voeten neer. Ze zei: ‘Als u hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn!’
33Jezus zag hoe zij en de Joden die bij haar waren weeklaagden, en dat ergerde hem. Diep bewogen
34vroeg hij: ‘Waar hebben jullie hem neergelegd?’ Ze zeiden: ‘Kom maar kijken, Heer.’
35Jezus begon ook te huilen,
36en de Joden zeiden: ‘Wat heeft hij veel van hem gehouden!’
3711:37 Joh. 9:1-7Maar er werd ook gezegd: ‘Hij heeft de ogen van een blinde geopend, hij had nu toch ook de dood van Lazarus kunnen voorkomen?’
38Ook dit ergerde Jezus. Hij liep naar het graf, een spelonk met een steen voor de opening.
39Hij zei: ‘Haal de steen weg.’ Marta, de zuster van de dode, zei: ‘Maar Heer, de stank! Hij ligt er al vier dagen!’
40Jezus zei tegen haar: ‘Ik heb je toch gezegd dat je Gods grootheid zult zien als je gelooft?’
4111:41 Joh. 17:1Toen haalden ze de steen weg. Daarop keek hij omhoog en zei: ‘Vader, ik dank u dat u mij hebt verhoord.
4211:42 Joh. 17:8U verhoort mij altijd, dat weet ik, maar ik zeg dit ter wille van al die mensen hier, opdat ze zullen geloven dat u mij gezonden hebt.’
4311:43 Joh. 5:28-29Daarna riep hij: ‘Lazarus, kom naar buiten!’
44De dode kwam tevoorschijn, zijn handen en voeten in linnen gewikkeld, en zijn gezicht bedekt door een doek. Jezus zei tegen de omstanders: ‘Maak de doeken los, en laat hem gaan.’